Voorstelling de nieuwe Gids voor Gelijke Kansen. HR-Instrumenten voor Gelijke Kansen aan Universiteiten

Gids voor Gelijke Kansen

Het VLIR-Equal project werd gefinancierd door het Europees Sociaal Fonds met steun van het departement EWI en het departement Onderwijs.

Vijf Vlaamse universiteiten hebben binnen dit project elk een module uitgewerkt van een 'Gids met HR-instrumenten voor Gelijke Kansen aan Universiteiten (en daarbuiten)' rond een specifiek HR-topic, gelinkt aan gelijke kansen (en bij uitbreiding diversiteit in bepaalde modules).

  • VUB - organisatiecultuur
  • UGent - in-, door-, en uitstroom
  • K.U.Leuven - doorstroom
  • UHasselt - mentoring
  • UA - wetenschapscommunicatie

Per module ontwikkelde elke universiteit (een) instrument(en) voor gelijke kansen, een casestudy aan de eigen universiteit. Elke module omvat een probleemstelling, een procesrapportering van de ontwikkeling van de instrumenten, een verslag van de casestudies, conclusies met praktische tips.

In het voorjaar werd de Engelstalige versie van de gids gepubliceerd. Nu wordt ook een Nederlandstalige versie uitgebracht.

Gelijke kansen aan de universiteit

Het glazen plafond bestaat nog altijd aan de Europese universiteiten. Hoewel vijftig procent van de universiteitsstudenten in heel wat Europese landen vrouw is, is het percentage vrouwelijke hoogleraren erg laag: in het hoger onderwijs is slechts vijftien procent van de werknemers op het hoogste academische niveau vrouw. Vrouwen hebben onvoldoende toegang tot de wetenschappelijke infrastructuur en universiteiten moedigen vrouwelijke academici te weinig aan. Een studie in opdracht van de Europese Commissie stelt hierover onomwonden: "Er zijn duidelijke aanwijzingen dat er te weinig vrouwen werken in het onderzoek in het algemeen, dat ze minder toegang hebben tot R&D-middelen, gemiddeld minder verdienen en in vergelijking met mannen een disproportioneel lage kans hebben om de hoogste rangen te bereiken of invloedrijke functies te bekleden, bijvoorbeeld via lidmaatschap van wetenschappelijke raden."

Van de zeventien Europese lidstaten die hieromtrent gegevens ter beschikking stelden "zijn er slechts twee waar het aandeel van vrouwelijke leden in wetenschappelijke raden meer dan 40% bedraagt, slechts één in de categorie 30-39%, en vijf in de categorie 20-29%; de rest zit onder 20%". Bovendien zijn mannelijke academici over het algemeen actiever betrokken bij professionele netwerken die hen informatie, aanmoediging en nieuwe onderzoekskansen bieden. Studies over de ondervertegenwoordiging van vrouwelijke onderzoekers tonen aan dat een gebrek aan juiste informatie, steun en begeleiding een van de belangrijkste oorzaken is van het moeizame loopbaanverloop bij vrouwelijke academici.

Deze ondervertegenwoordiging van vrouwen in alle domeinen van wetenschap, onderzoek en ontwikkeling ondermijnt het wetenschappelijke streven naar uitmuntendheid. Universiteiten en onderzoeksinstellingen benutten immers maar vijftig procent van het bestaande onderzoekspotentieel. Bij elke stap in hun wetenschappelijke carrière worden vrouwen geconfronteerd met subtiele nadelen op het vlak van financiering, laboratoriumfaciliteiten enz. Na een aantal jaren, vooral in het midden van de loopbaan, leiden deze weliswaar kleine vormen van genderdiscriminatie tot een onmiskenbare kloof tussen de carrières van mannelijke en die van vrouwelijke wetenschappers.

De situatie in Vlaanderen is vergelijkbaar met de situatie in heel Europa. Een recente studie heeft uitgewezen dat het aandeel van vrouwen aan Vlaamse universiteiten bij elke stap op de academische ladder gestaag afneemt. Hoewel 49% van de afgestudeerden aan Vlaamse universiteiten vrouw is, daalt dit percentage in de loop van de academische carrière.

Die vaststellingen zetten niet enkel aan tot reflectie, ze vragen vooral om actie en engagement. Vanuit die reflex organiseerde de Werkgroep Gelijke Kansen van de Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR) tussen oktober 2005 tot november 2007 een project op dat hieraan tegemoet komt. Het werd gefinancierd door het Europees Sociaal Fonds, als onderdeel van het EQUAL-programma en dat werd ontwikkeld door de Europese Commissie, als aanvulling bij de maatregelen van het structuurfonds ter bestrijding van de factoren die leiden tot ongelijkheden en discriminatie bij de toegang tot onderwijs en de arbeidsmarkt. Het project wenst bij te dragen tot gelijke kansen voor werkzoekenden en werknemers. De nationale partners van de EQUAL-projecten, die samen een 'ontwikkelingspartnerschap' vormen, zijn de VUB, de UGent, de K.U.Leuven, de UA en de UHasselt. Elk kreeg de opdracht een eigen hrm-thema uit te werken, afhankelijk van de specifieke interesses, ervaring, expertise en draagwijdte van hun gelijkekansenbeleid. De VUB werkte een module uit over personeelsontwikkeling en organisatiecultuur (1); de UGent over de integrale loopbaan (instroom-promotie-uitstroom) (2); de K.U.Leuven over loopbaanbeleid (focus op promotie) (3); de UA over wetenschapscommunicatie (4); en de UHasselt over mentorschap (5).

Dit partnerschap resulteerde in het voorjaar van 2008 in de publicatie van de Equality Guide - HR Instruments for Equal Opportunities at Universities. Het is een handleiding gericht op het tegengaan van ongelijkheden door het aanreiken van genderneutrale Human Resources Management-instrumenten, om gelijke kansen in het personeels- en loopbaanbeleid van universiteiten (en andere organisaties) te stimuleren. De thema's die door de verschillende universiteiten worden uitgewerkt, zijn opgezet als modules die telkens een tweeledige structuur hebben. In de eerste plaats is er een informatief luik, waarin een stand van zaken wordt opgesteld rond diversiteit binnen de eigen instelling. Daaraan wordt een instructief of actief luik gekoppeld, waarin getracht wordt om via instrumenten die diversiteit te stimuleren en/of om bestaande problemen op te sporen en aan te pakken. Deze instrumenten werden in een Tool Annex afgedrukt; een bundeling die onmisbaar is voor de praktische inzetbaarheid van de Gids. Daarbij zijn ook procesrapporten en evaluaties van de ontwikkeling van de instrumenten en de uitvoering van de casestudies toegevoegd, om andere organisaties te helpen bij het integreren van de modules in hun beleid.

Het mag duidelijk zijn dat de publicatie van deze Equality Guide, met de bijhorende instrumenten, op zich niet voldoende is. Om de inzetbaarheid, het nut en de kans op impact te garanderen, is de gebruiksvriendelijkheid en een ruime verspreiding ervan absoluut prioritair. Vandaar dat van de Engelstalige Gids vandaag een Nederlandse versie het daglicht ziet: Gids voor Gelijke Kansen - HR-Instrumenten voor Gelijke Kansen aan Universiteiten. Ditmaal zijn de instrumenten niet in een papieren Annex gepresenteerd, maar ze zijn in elektronische versie terug te vinden op een CD-ROM die in de Gids ingesloten zit.

Op de omslag van de Equality Guide werden de rectoren van de zes Vlaamse Universiteiten afgebeeld. Deze omslag werd ook gebruikt in de postercampagne bij de aftrap van het VLIR-EQUAL-project. Op de poster stond de volgende tekst: 'Gezocht: Rectoren (m/v). Het VLIR-EQUAL-project 'Equality Guide' werkt eraan'. Met de verschijning van deze nieuwe Gids mag duidelijk zijn dat het motto nog steeds geldig is: het werk gaat onverminderd voort.

 

Wanneer?
-
Waar?