Europese beleidsmix onderzoeks- en innovatiefinanciering (39ste ERAC-meeting)
39ste ERAC-meeting 17-18 september 2018
In Salzburg had de 39ste ERAC-meeting plaats. De ERAC (European Research Area and Innovation Committee) is het Comité voor strategisch beleidsadvies dat de Raad, de Commissie en de lidstaten adviseert over onderzoeks- en innovatievraagstukken die verband houden met de governance van de Europese Onderzoeksruimte.
Vlaanderen was er vertegenwoordigd bij monde van secretaris-generaal Johan Hanssens en beleidsexpert Peter Spyns. Op de agenda stond onder meer een strategisch debat over de beleidsmix inzake onderzoeks- en innovatiefinanciering.
Beleidsmix
Ter stoffering van de discussie maakte de Europese Commissie een lezenswaardige korte policy paper ‘How to improve national Research and Innovation systems of Member States and Associated Countries’ die je onderaan de pagina kan downloaden.
De paper behandelt de problematiek van de beleidsmix tussen enerzijds ‘prestatiegebonden financieringsmechanismen voor (fundamenteel) onderzoek’ en anderzijds ‘fiscale incentives voor R&D’ met verwijzing naar recente publicaties.
Performance-based funding of University Research
De discussie binnen de ERAC werd gevoed door het recente rapport ‘Performance-based funding of University Research’ dat tot stand kwam in het kader van een ‘Mutual Learning Excercise’, ondersteund door de Horizon 2020 Policy Support Facility en voorgezeten door Koenraad Debackere (KUL).
Het rapport vergelijkt het financieringssysteem voor universiteiten binnen 14 landen en is eveneens onderstaand te downloaden.
Er wordt een opdeling gemaakt tussen enerzijds ‘institutional funding’ en anderzijds ‘external funding’. De eerste financieringsbron verwijst naar (basis)financiering van universiteiten door dotaties, de laatste naar projectgebonden financiering competitief binnen gehaald via nationale of internationale publieke en/of private fondsen.
Meer concurrentie tussen universiteiten
Binnen de institutionele financiering wordt een onderscheid gemaakt tussen een forfaitaire en onvoorwaardelijk financiering (‘block grant’) en een ‘prestatiegebonden’ financiering (‘performance based’) voorwaardelijk aan het behalen van vooraf gedefinieerde criteria.
Doordat binnen Europa zowel de ‘prestatiegebonden financieringssystemen’ in de lift zitten evenals de ‘externe financiering’, neemt globaal de interne concurrentie tussen universiteiten om financiering toe.
Diversiteit aan financieringssystemen
Binnen Europe is de mix tussen beide systemen aanzienlijk.
Tsjechië, UK en Finland kennen een hoge mate van concurrentie om universitaire financiering met zowel prestatiegebonden financiering als projectgebonden financiering. Zo kennen Finland en de UK, samen met Estland geen ‘block funding’.
Italië, Oostenrijk, Zweden en Noorwegen daarentegen hebben wel een sterke ‘block funding’ traditie. Italië kent een sterke prestatiegebonden financiering, maar weinig externe projectfinanciering.
In Oostenrijk zijn zowel de prestatiegebonden als de externe financiering laag.
In Zweden en Noorwegen is dan weer het projectgebaseerde aandeel hoog, maar het prestatiegebonden deel laag.
Binnen Europa kennen BE, HR, CZ, DK, EE, FIN, FR, IT, LT, PL, PT, SK, SI, SE en UK enige vorm van prestatiegebonden financiering. Alhoewel sommige landen (bijvoorbeeld BG, CY, EL, HU, IE, LV, LU, MT of RO) geen prestatiegebonden financiering kennen, overwegen andere het (zoals LV).
Andere landen (zoals ES, HU en DE) streven dan weer hetzelfde doel na door projecten vanuit universiteiten competitief te beoordelen. Nog andere landen (zoals AT en NL) baseren de allocatie van hun institutionele financiering op beheersovereenkomsten tussen de universiteiten en het ministerie.
Binnen de prestatiegebonden financieringssystemen zijn een kwantitatieve analyse (‘metrics based’) en ‘peer review’ de meest voorkomende technieken om prestaties te vergelijken en middelen te verdelen.
Zo hanteren BE, HR, DK, EE, FI, NO en SE ‘metrics’ en UK ‘peer review’. Landen als IT, PT en CZ en SI kennen dan weer een mix van beide.