Algemeen

Het Vlaamse AI-plan wil Vlaanderen klaarstomen voor een succesvol gebruik van AI. Drie grote doelstellingen worden hierbij naar voor geschoven:

  • Versterken van vraaggedreven uitdagingsgericht basisonderzoek rond AI
  • Stimuleren van AI in alle sectoren van het bedrijfsleven en overheid
  • Aanwenden van AI ten behoeve van de samenleving en burgers

Deze drie doelstellingen worden in onderstaande presentatie nader toegelicht.

presentatie_beleidsplan_ai_nl.pdf

Aan elk van deze doelstellingen beantwoordt een luik in het Vlaams AI-plan. 

Luik 1: het versterken van top AI-strategisch basisonderzoek in Vlaanderen

Op het snijpunt van vier grote onderzoeksuitdagingen met vier focusdomeinen en praktijktoepassingen worden demonstratoren ontwikkeld.

De vier onderzoeksuitdagingen zijn:

  • AI-gedreven datawetenschap: complexe beslissingen kunnen nemen door te leren (data) en te redeneren (kennis)
  • AI “aan de rand” (at the edge): energie-efficiënt zijn, lokaal werken in een toestel
  • Multi-actor coöperatieve AI: samen complexe taken kunnen uitvoeren
  • “Menselijke” AI: vlot samenwerken met mensen

De toepassingsdomeinen zijn:

  • Gezondheid (precisiegeneeskunde, beslissingssystemen (zowel klinisch als hospitaal),
  • industrie4.0 (slimme energie, slimme machines, slimme fabrieken)
  • overheid en burger (persoonlijke gegevens, arbeidsbemiddeling).

De demonstratoren dienen om een snellere technologie-absorptie door het bedrijfsleven te vergemakkelijken. Proof of concepts op basis van reële datasets en vereisten dienen te illustreren wat een technologie vermag in de praktijk. Ze kunnen tevens inspiratie bieden voor nieuwe onderzoeksvragen.

Aan het onderzoeksluik nemen alle vijf Vlaamse universiteiten (KU Leuven, UGent, VUB, UAntwerpen, UHasselt) deel, alle vier Vlaamse strategische onderzoekscentra (imec, VIB, vito, Flanders Make) evenals Sirris. In totaal wordt hiervoor 12 miljoen euro per jaar uitgetrokken. Bij benadering zijn ongeveer 150 doctoraatsstudenten, 100 (senior) onderzoekers en 90 professoren betrokken bij de activiteiten.

Het onderzoeksluik dient om de huidige capaciteit en expertise van het Vlaamse AI-veld (i) te verbreden, (ii) te verdiepen en (iii) verder te verankeren. Het succes wordt gemeten aan de hand van een aantal indicatoren, waarvan de bijzonderste zijn de aangroei van impactvolle publicaties, het aantal doctoraatstudenten en behaalde doctoraten, het bedrag van bijkomende financiering verworven uit andere bronnen (vooral Europees), de datasets en software die ter beschikking worden gesteld, het aantal ingediende en toegekende patenten, het aantal spin-offs en start-ups, en het aantal samenwerkingsverbanden met andere actoren.

De evolutie van deze indicatoren wordt jaarlijks opgevolgd, en indien nodig zal remediëring plaatsgrijpen. Naast deze kwantitatieve indicatoren worden ook kwalitatieve analyses gemaakt van de “proof of concepts” en demonstratoren en vindt een jaarlijkse doorlichting plaats door een internationaal panel.

De laatste indicator wordt als een kritische performantie-indicator gedefinieerd waarbij het doel is dat na vier jaar 300 unieke actoren bereikt worden, wat een stijging vertegenwoordigt van 50% aangezien na de nulmeting dit aantal op 200 uitkwam. Er wordt gemikt op de actoren die behoren tot de groepen van zogenaamde “innovators”, “early adopters” en “early majority” (zoals gedefinieerd in de Innovatietheorie van Rogers).

Luik 2: implementatie in het Vlaamse bedrijfsleven

Om de doelstelling van brede AI-adoptie in alle sectoren te bereiken wordt niet alleen op de “koplopers” en technologie-aanbieders gemikt maar ook op de “volgers” en ”laggards”. Het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO) ondersteunt hierbij drie grote types van activiteiten en gerelateerde instrumenten:

  • sensibiliseren, informeren, coaching en begeleiding
  • collectieve kennisopbouw en -verspreiding door onderzoeksorganisaties via projecten
  • kennisopbouw en implementatie bij bedrijven via subsidies

VLAIO wenst hierbij in eerste fase zoveel mogelijk ondernemingen te inspireren, sensibiliseren en informeren over het potentieel van AI en hen aan te zetten om verdere actie te ondernemen in functie van een eigen AI-use case. Hiervoor worden zowel collectieve acties (workshops, seminaries, masterclasses, …) als beperkte, individuele coaching en begeleiding aangeboden. Deze acties worden met steun van VLAIO uitgevoerd door de partners uit het VLAIO-netwerk, met in het bijzonder de dienstverleners uit het contract ondernemerschap en de hogescholen in het kader van Blikopener. Met de VOKA-digihubs wordt een extra impuls gegeven om ondernemingen in functie van een eigen AI use case op een laagdrempelige manier in contact te laten komen met de mogelijkheden van AI en andere digitale technologieën.

Met https://www.digitaletoekomst.be/nl/artificiele-intelligentie werd een webplatform gelanceerd dat ondernemingen zowel inspirerende verhalen en recente ontwikkelingen rond AI-toepassingen aanreikt als informeert  over lopende projecten en ondersteuningsmogelijkheden in het kader van de AI.

In de tweede groep van activiteiten wordt via de programma’s COOCK (Collectief Onderzoek & Ontwikkeling en Collectieve Kennisverspreiding/-transfer), TETRA en de proeftuinen industrie 4.0 de mogelijkheid gegeven aan ondernemingen om in een vroeg stadium onder impuls van een onderzoeksorganisatie kennis op te bouwen rond de nieuwste ontwikkelingen rond AI die inspelen op de noden van en/of nieuwe marktopportuniteiten bieden aan een ruime groep ondernemingen.

Tenslotte zet VLAIO zijn reguliere bedrijfssteuninstrumentarium (O&O-steun, kmo-groeisubsidie, AI-ICON, …) in om zowel technologie-aanbieders als technologie-gebruikers te ondersteunen bij enerzijds de eigen AI-kennisopbouw en anderzijds de implementatie van AI in de onderneming. Dit kan zowel volledig op eigen kracht als in samenwerking met andere ondernemingen of kennisinstellingen. Waar nuttig en relevant kunnen ondernemingen ook met VLAIO-steun deelnemen aan projecten in een internationaal consortium. Via de VLAIO-bedrijfsadviseurs worden bedrijven toegeleid naar de instrumenten en partners uit het VLAIO-netwerk die aansluiten bij hun specifieke noden.

Kwantitatieve indicatoren worden voorzien en betreffen voornamelijk het aantal bereikte bedrijven via de verschillende types van activiteiten en het aantal gesteunde AI-projecten. Om de impact van AI op de bedrijven (competitiviteit, productiviteit en competenties) in kaart te brengen wordt gebruik gemaakt van een jaarlijkse AI-barometerbevraging. Dit luik is goed voor 15 miljoen euro investeringen per jaar.

Luik 3: flankerend beleid gericht op bewustmaking, opleiding en ethische omkadering

Maatschappelijke relevante thema’s rond de brede toepassing van AI komen in een derde luik aan bod. Jaarlijks wordt ongeveer 5 miljoen euro hiervoor voorzien. Drie grote assen tekenen zich af:

  • onderwijs, opleiding en vorming (3 miljoen euro per jaar)
  • ethische, wettelijke en maatschappelijke aspecten (750.000 euro per jaar)
  • maatschappelijke bewustwording en betrokkenheid (zo’n 1,1 miljoen euro per jaar)

Het opleidings- en vormingsluik valt opnieuw uiteen in drie onderdelen: voor hooggeschoolden, voor secundaire scholen en op de werkvloer. Elk onderdeel is goed voor een jaarlijkse investering van 1 miljoen euro.

Een Vlaamse AI Academie (VAIA) staat in voor het bijeenbrengen, aanbieden, en ontwikkelen van opleidings- en vormingspakketten en het ondersteunen van opleiders. De VAIA richt zicht tot doctoraatsstudenten die geen informatica of computerwetenschappenopleiding gevolgd hebben en AI willen toepassen in hun onderzoeksdomein (bv. met een aangepaste inleidende opleiding). Dit is de tak “doctoraatsschool”. Deze opleidingen (bv. bootcamps, zomerscholen) verschillen van het reguliere aanbod van de diverse deelnemende instellingen. Daarnaast bestaat er ook een tak “permanente vorming” die korte of langere opleidingen aanbiedt aan hoger opgeleiden waarbij vooral uitgegaan wordt van de noden van het bedrijfsleven. Hierbij wordt gemikt op professionelen die AI willen toepassen in hun werksituatie (bv. AI voor huisartsen). Deze tak moet na drie jaar op zelfbedruipende wijze kunnen functioneren. Binnen de VAIA werken alle Vlaamse universiteiten en hogescholen samen om een veelzijdig aanbod te realiseren, dat complementair dient te zijn aan de opleidingsinitiatieven rond AI vanuit de sectororganisaties en/of andere innovatie-actoren.

Om de vaardigheden rond digitalisering in het algemeen en het gebruik van AI in het bijzonder te bevorderen op de werkvloer kan tot 1 miljoen euro per jaar worden uitgetrokken. Het Departement Werk en Sociale Economie werkt hiervoor samen met VLAIO. Daarenboven wordt jaarlijks bekeken of eventueel ook vanuit ESF Vlaanderen bijkomende ondersteuning op projectbasis kan voorzien worden.

Ook de secundaire scholen in Vlaanderen worden niet vergeten. VLAIO werkt samen met het departement Onderwijs en Vorming om secundaire scholen te ondersteunen met het opbouwen expertise en leermaterialen rond digitalisering in het algemeen en AI.

Het Kenniscentrum Data & Maatschappij onderzoekt de ethische, wettelijke en maatschappelijke aspecten van AI en biedt allerlei hulpmiddelen aan om AI en datagedreven toepassingen correct te gebruiken en/of te ontwikkelen. Het centrum stelt beleidsadviezen op voor de overheden maar ontwikkelt evengoed richtlijnen in co-creatie met bedrijven om ongewenste effecten te vermijden (zoals bv. het systematisch benadelen van een specifieke bevolkingsgroep) bij de ontwikkeling en uitrol van AI. Uiteraard behandelt het centrum ook thema’s zoals privacy en gegevensbescherming. Daartoe zet het regelmatig consultaties op en werkt het samen met bedrijfskoepelorganisaties. Het centrum staat ook in voor het opvolging van de acceptatiegraad van/vertrouwen in AI door de burgers d.m.v. een jaarlijkse bevraging, ; elk jaar toegespitst op een ander toepassingsgebied. Het Kenniscentrum Data & Maatschappij ontvangt jaarlijks 750.000 euro als subsidie.

Het derde onderdeel, informatieverspreiding en sensibilisering van het grote publiek, is goed voor zo’n 1,1 miljoen euro per jaar en omvat een waaier aan projecten en opdrachten van variërende duur en omvang. Daarbij wordt flexibel ingespeeld op opportuniteiten die zich aanbieden of noden die zich stellen. Dat kan gaan van een reeks korte tv-uitzendingen tot bv. initiatieven rond burgerwetenschap waarbij na een co-creatietraject rond onderzoeksvragen over klimaat, mobiliteit, werk en gezondheid enkele projecten verder worden ontwikkeld tot concrete oplossingen. Daarenboven wordt ook een monitoringsysteem (AI-barometer) ontwikkeld om om de twee jaar de impact van het AI-programma in totaliteit te meten bij het bedrijfsleven.

Peter Spyns
Beleidsadviseur
Afdeling Strategie en Coördinatie