2014

Internationale vergelijking van de O&O-overheidsuitgaven (GBAORD)

Een internationale vergelijking (voor Vlaanderen en alle vergeleken landen: 2012) toont dat Vlaanderen op het vlak van O&O-overheidskredieten gemiddeld scoort. In 2012 ligt het Vlaamse cijfer (0,70%) boven het EU28-cijfer (0,67%). Finland is wereldwijd koploper, gevolgd door Portugal en Denemarken en Duitsland. Sommige landen voorzien een substantieel deel van hun O&O-uitgaven voor defensie. Op dat vlak is de VS de absolute koploper, die meer dan de helft van hun O&O-budget voorzien voor defensieonderzoek. De Vlaamse overheid financiert helemaal geen onderzoek in de sector defensie. Maar ook zonder rekening te houden met de O&O-budgetten voor defensie behoort Vlaanderen niet tot de koplopers.

[speurgidsgrafiek:2014:1]

Internationale vergelijking van de civiele GBAORD (excl. defensieonderzoek)

Onderstaande figuur vergelijkt Vlaanderen internationaal, met per land de verhoudingen van voormelde indelingen ten opzichte van de totale civiele GBAORD. De landen staan gerangschikt volgens afnemend aandeel in de economische ontwikkeling. Opmerkelijk is dat de Vlaamse overheid, vergeleken met de vermelde andere landen relatief het grootste deel van de onderzoeksfinanciering richt op economische ontwikkeling: bijna de helft. De Vlaamse overheid financiert daarentegen geen onderzoek dat rechtstreeks gerelateerd is aan ruimtevaartprogramma’s. Dankzij middelen uit de federale begroting wetenschapsbeleid, scoort België hier wel relatief hoog: 8,7%.

[speurgidsgrafiek:2014:2]

Verdeling van de middelen voor het wetenschaps- en innovatiebeleid over de beleidsdomeinen

Het overheidsbudget voor het wetenschapsbeleid (HBPWB) wordt verdeeld over deze zes categorieën. De middelen voor de werking universiteiten en gelijkgestelde instellingen vormen het grootste aandeel, in 2014 goed voor 47,1% van het totale wetenschapsbudget, een iets groter aandeel ten opzichte van 2013 (definitieve kredieten). Het aandeel van de middelen voor het industrieel onderzoek vormt het tweede grootste aandeel, in 2014 goed voor 28,4%. Het aandeel van het niet-gericht onderzoek via FWO, BOF en Herculesstichting (50%) bedraagt in 2014 16,3%.

[speurgidsgrafiek:2014:3]