Buitenlands zeggenschap in de Vlaamse economie

In Vlaanderen staan in totaal 4.111 ondernemingen onder buitenlands zeggenschap. Dat is 0,8% van de totale ondernemingspopulatie in Vlaanderen.

Deze 4.111 ondernemingen zijn verantwoordelijk voor 23,8% van de tewerkstelling in de Vlaamse privé-sector (banken en verzekeraars niet meegerekend) en 31% van de toegevoegde waarde.

Dat valt te lezen in de studie van het Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) ‘Buitenlands zeggenschap in de Vlaamse economie’. De studie voedt hiermee het debat over buitenlandse investeringen en lokale verankering.

“De beste verankering is kennisverankering,” stelt het Departement EWI.

> Download de publicatie onderaan deze pagina

> Klik hier om één of meerdere gedrukte exemplaren te bestellen

Bekijk hier de verschillende presentaties

Videoverslag KaZ

> Klik hier indien videoverslag hieronder niet zichtbaar is

Welvaart

In 2015 was de groep van 4.111 ondernemingen die onder buitenlands zeggenschap vallen verantwoordelijk voor de creatie van meer dan 45,51 miljard euro bruto toegevoegde waarde en een tewerkstelling van 396.489 werknemers. Dit maakt dat dit relatief klein aantal ondernemingen verantwoordelijk is voor een disproportionele bijdrage aan de Vlaamse economie en dus aan de Vlaamse welvaart.

Johan Hanssens, Secretaris-generaal EWI: “Zo is bijna 25% van de private loontrekkende werkgelegenheid in de niet-financiële economie in Vlaanderen en bijna 40% van de loontrekkende werkgelegenheid in de Vlaamse industrie afhankelijk van ondernemingen onder buitenlands zeggenschap. En maar liefst meer dan 30% van de toegevoegde waarde van de niet-financiële economie in Vlaanderen en bijna 54% van de toegevoegde waarde van de Vlaamse industrie wordt gecreëerd door ondernemingen onder buitenlands zeggenschap.”

Sectoren

Het belang van buitenlands zeggenschap verschilt soms sterk tussen de sectoren.

Jan Van Nispen, beleidsmedewerker EWI en auteur van de studie: “De (petro)chemie en de farmaceutische industrie zijn sectoren die quasi volledig onder buitenlands zeggenschap vallen. Binnen de landbouw en de houtindustrie kan er dan weer amper van buitenlandse aanwezigheid gesproken worden. Daarnaast valt op dat het buitenlandse zeggenschap meer uitgesproken is naarmate de (hoog)technologische intensiteit van de industriële sectoren toeneemt, terwijl in de marktgerichte diensten het omgekeerde patroon aanwezig is.”

Provincies

Ook wanneer naar de provinciale opdeling gekeken wordt, komen verschillen naar voren wat betreft de impact van ondernemingen onder buitenlands zeggenschap.

Zo vloeit een aanzienlijk groter aandeel van de provinciale werkgelegenheid en toegevoegde waarde in de provincies Antwerpen (respectievelijk 25% en 39%) en Vlaams-Brabant (respectievelijk 29% en 34%) voort uit ondernemingen onder buitenlands zeggenschap dan bij de andere provincies zoals West-Vlaanderen (respectievelijk 10% en 12%) en Limburg (respectievelijk 14% en 18%).

China

Inzake oorsprong van het buitenlands aandeelhouderschap blijken de Verenigde Staten Vlaanderens meest belangrijke partner te zijn, wat betreft bruto toegevoegde waarde.

Philippe Nys, beleidsmedewerker EWI en auteur van de studie: “Wat werkgelegenheid betreft is dit Nederland, hierna gevolgd door onze directe buurlanden, Duitsland en Frankrijk op kop. Het belang van China neemt toe, maar blijft macro-economisch toch beperkt. Zo controleren de Chinezen 23 bedrijven in Vlaanderen, goed voor 6.999 werknemers. Ter vergelijking, de Denen controleren 64 bedrijven.”

Verankering

Economieën in het algemeen hebben nood aan investeringen en vragen dus een open internationaal investerings- en handelsklimaat. Dit geldt bij uitstek voor een open economie zoals Vlaanderen.

Johan Hanssens: “We moeten onze kennis gebruiken als magneet voor investeringen. Via een doorgedreven investeringsbeleid in de Vlaamse strategische onderzoekscentra, de Vlaamse universiteiten en hogescholen en via het vernieuwde clusterbeleid en de stimulering van samenwerkingsverbanden tussen dit lokale innovatie-ecosysteem en de buitenlandse filialen van multinationale ondernemingen kan kennisverankering gewaarborgd worden. Het aandeelhouderschap van bedrijven mag wisselen, het is de kennis die het hier zal houden.”

Jan van Nispen
Beleidsmedewerker
Afdeling Ondernemen en Innoveren