Marien onderzoek

Ontmoetingsplaats

Vlaanderen heeft een zeer levendige en competente groep van mariene onderzoekers. Ze zijn actief in universiteiten en andere onderzoeksinstituten, in een honderdtal onderzoeksgroepen over alle disciplines heen.

Nieuw baanbrekend onderzoek maakt vaak gebruik van de toepassing van nieuwe technieken. Door een vraagstuk ‘interdisciplinair’ aan te pakken, kunnen experten elkaars benadering wederzijds verrijken. Het is dan ook nuttig om een ontmoetingsplaats te hebben waar onderzoekers uit diverse disciplines elkaar ontmoeten.
 

Over de grenzen heen

Simon StevinMarien onderzoek is bij uitstek internationaal, niet alleen door de aard van het studiegebied, ook de beschikbaarheid van onderzoeksschepen en apparatuur leidt tot samenwerking tussen teams van diverse landen. Het departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) ondersteunt hen in al deze aspecten.

Zo wordt de dynamische werking van het Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ), een trefplaats en steunpunt voor deze gemeenschap op Vlaams en internationaal vlak gesubsidieerd.

De Vlaamse overheid steunt bovendien ook collectieve onderzoeksinfrastructuur zoals het schip Simon Stevin, het Marien Station Oostende en verschillende mariene ESFRI-infrastructuren. VLIZ verwerft en beheert apparatuur waar de hele gemeenschap gebruik kan van maken. 

Jan Mees, de directeur van VLIZ, zegt hierover: “Oceanografie is bij uitstek een door infrastructuur en innovatieve technologie gedreven wetenschap. De investeringen van EWI in het VLIZ en internationalisering zijn conditio sine qua non voor de studie van de zee en het realiseren van duurzame blauwe groei voor Vlaanderen.”
 

Internationale netwerken

Naast de financiële middelen zijn internationale netwerken van belang, om gericht aan lopende en nieuwe initiatieven te kunnen deelnemen. Dit is een continu proces, waar mensen van VLIZ en departement EWI deelnemen aan internationale besprekingen en dan zorgen voor doorstroming van informatie naar de onderzoekers.

Af en toe staan we even stil en maken een stand van zaken op. Het Compendium voor Kust en Zee 2015 van VLIZ maakt een gedetailleerde synthese van de afgelegde weg en illustreert de toenemende internationalisering van het onderzoek.

In 2015 zijn er nieuwe stappen gezet om de onderzoeksgemeenschap verdere opportuniteiten te bieden voor internationalisering.

Bij de viering van het tienjarig bestaan (2005-2015) van het Oostends kantoor van de Intergovernmental Oceanographic Commission (IOC) werd met een groot gezelschap mariene onderzoekers uit de hele wereld terug- en vooruitgeblikt op internationale mariene samenwerking.

Op Europees vlak zien we een belangrijke deelname van Vlaamse onderzoekers aan de lopende kaderprogramma’s.

Ook begint het gemeenschappelijk programmeringsinitiatief ‘JPI Oceans’ – waarbij lidstaten gaandeweg zorgen voor een betere afstemming van hun programma’s en middelen voor marien onderzoek – concrete en vernieuwende thema’s aan te snijden zoals ‘microplastics’ en ‘deep sea mining’. Experten uit Vlaamse onderzoeksinstellingen nemen nu deel aan grote internationale projecten in dat kader.

Minister Muyters stelde ook in het vooruitzicht dat Vlaanderen zal deelnemen aan een vernieuwd initiatief ‘BONUS 2’ van zodra dit – voorzien vanaf 2018 – wordt uitgebreid naar het Noordzeegebied.

Continu hoogkwalitatief marien onderzoek vormt een goede voedingsbodem voor de ‘blauwe economie’ die ook in Vlaanderen in opmars is.