Europees koppeloton
Vlaanderen zit met een O&O-intensiteit van 2,70% in 2016 ver boven het EU-gemiddelde van 1,94%. Dat blijkt uit de net verschenen publicatie van ECOOM, de zogenaamde "3% light nota". Vlaanderen moet alleen Zweden, Oostenrijk, Duitsland, Denemarken en Finland laten voorgaan.
De nota is onderaan deze pagina te downloaden
O&O-norm
De 3% O&O-norm heeft als doel om ten minste 3% van het Bruto Binnenlands Product aan O&O uit te geven en is gekaderd in de ruimere doelstellingen om de competitieve en innovatieve positie van Europa te versterken.
In het kader van deze 3% O&O-norm wordt vandaag algemeen aanvaard dat de diverse Europese overheden ernaar streven om 1% van de O&O-financiering voor hun rekening te nemen, terwijl het bedrijfsleven ernaar streeft 2% van de O&O-financiering voor zijn rekening te nemen.
De net gepubliceerde nota van ECOOM levert de meest recent beschikbare cijfers over de totale O&O-uitgaven in Vlaanderen voor 2016. Deze voorlopige cijfers voor 2016 zijn gebaseerd op de de tweejaarlijkse innovatiesurvey (Community Innovation Survey (CIS) waarin ook de O&O uitgaven bevraagd worden maar er wordt hier geen opsplitsing gemaakt naar herkomst (private vs publieke financiering). De volgende 3% nota die in 2019 zal verschijnen is gebaseerd op de tweejaarlijkse O&O bevragingen en zal wel een opdeling bevatten van private/publieke financiering en zal de definitieve cijfers voor 2016 en 2017 berekenen.
Stijging
In lijn met een stijgende trend in de GERD-cijfers over de voorbije jaren tonen ook de meest recente berekeningen voor 2016 aan dat de stijging geobserveerd in de vorige nota zich verder doorzet, zowel in de publieke als in de private sector.
Ook wanneer we de totale GERD-cijfers als percentage van het BBPR bekijken, zien we in 2016 een verdere stijging ten opzichte van de voorbije jaren. Met een O&O-intensiteit van 2,70% in 2016 zit Vlaanderen bovendien ver boven het EU-gemiddelde.
Hoewel de ratio BERD/BBPR nagenoeg constant blijft, stijgt de ratio non-BERD/BBPR. Vlaanderen staat met deze cijfers opnieuw een stap dichter bij de beoogde 3%-norm.
Noot: wat is GERD?
De bruto binnenlandse uitgaven voor O&O of GERD (Gross Expenditures on Research and Development) worden geanalyseerd per uitvoeringssector, waarbij de uitgaven geïdentificeerd worden volgens locatie van activiteit, met name:
- bedrijven: BERD of Business Expenditures on R&D: de bedrijvencomponent en de Collectieve Onderzoekscentra (COC; voorbeeld Sirris, SIM, WTCB, Centexbel,…)
- overheden: GOVERD of Government Expenditures on R&D (publieke onderzoekscentra zoals ILVO, IMEC, VIB,…)
- hoger Onderwijs: HERD of Higher Education Expenditures on R&D (zowel universiteiten, als onderzoeksinstellingen verbonden aan universiteiten, als hogescholen)
- instellingen zonder winstoogmerk: PNP of Private Not for Profit Organisations Expenditures on R&D (zowel semi-publieke als private organisaties en internationale organisaties; bv. Von Karman Institute, KMDA,…)
Of dus GERD = BERD + GOVERD + HERD + PNP