Bijzondere Onderzoeksfondsen - BOF

De Vlaamse universiteiten kunnen – binnen het raamwerk van de wetgeving over het hoger onderwijs in de Vlaamse Gemeenschap – hun eigen onderzoeksbeleid uittekenen. Hiervoor krijgen zij vanuit de minister bevoegd voor wetenschap jaarlijks middelen voor hun Bijzondere Onderzoeksfondsen (BOF). Er zijn 3 types overheidsbijdragen voor de Bijzondere Onderzoeksfondsen met name de basistoelage, de middelen die bestemd zijn voor de financiering van tenure track-mandaten, en tot slot de middelen die bestemd zijn voor de Methusalem-financiering.

De verdeling van deze overheidsbijdrage aan de Bijzondere Onderzoeksfondsen tussen de universiteiten gebeurt op basis van een verdeelsleutel bestaande uit 3 onderdelen met name een structureel deel, een bibliometrisch deel en tot slot het onderdeel beleidsaccenten. Deze onderdelen bevatten in totaal 10 parameters.

Het departement EWI is binnen de Vlaamse overheid zowel verantwoordelijk voor de jaarlijkse sleutelberekening als voor de opvolging van BOF als beleidsinstrument van de Vlaamse overheid.

BOF Algemeen en iBOF

De basistoelage voor de Bijzondere Onderzoeksfondsen omvat overduidelijk het grootste deel van de BOF-middelen gezien meer dan 85% van de overheidsbijdrage binnen de basistoelage valt.

Binnen deze basistoelage kunnen allerhande projecten een mandaten gefinancierd worden. Hét belangrijkste uitgangspunt is dat de middelen gebruikt worden om fundamenteel, grensverleggend onderzoek te stimuleren.

Sinds 2019 werd binnen dit onderdeel ook een interuniversitair luik opgericht genaamd iBOF. Dit luik wil ervoor zorgen dat de universiteiten ook binnen hun BOF-middelen gaan samenwerken. Zij dienen tweejaarlijks een oproep te organiseren voor interuniversitaire projecten. Deze oproep dient gezamenlijk minstens 20.000.000 euro (jaarlijks geïndexeerd) van de middelen van het Bijzonder Onderzoeksfonds te bevatten. Iedere universiteit dient hier minstens zijn aandeel in de verdeelsleutel binnen te besteden.

De procedure die is opgesteld door de universiteiten zelf voorziet momenteel dat minstens 3 promotoren aan minstens 2 Vlaamse universiteiten dienen deel te nemen in het project. De promotoren dienen toponderzoekers of veelbelovende onderzoekers met een groot potentieel te zijn en brengen elk essentiële én complementaire expertise aan bij het project zodat dit in synergie kan uitgevoerd worden.

Tenure Track

Het tweede luik binnen de BOF-middelen zijn de middelen die bestemd zijn voor de financiering van tenure track-mandaten (ongeveer 5% van de overheidsbijdrage). Sinds 2008 kunnen de universiteiten hun postdoctorale onderzoekers laten instappen in een tenure track-systeem, waarbij een vaste benoeming volgt, indien de mandaathouder voldoet aan duidelijke, vooraf bepaalde benoemingscriteria.

Methusalem

Het derde luik binnen de BOF-middelen zijn de middelen die bestemd zijn de Methusalem-financiering (ongeveer 9% van de overheidsbijdrage). Het Methusalemprogramma biedt sinds 2006 ervaren Vlaamse toponderzoekers een structurele financiering.  

Deze toponderzoekers hebben tijdens hun loopbaan reeds aangetoond dat ze een onderzoeksgroep kunnen leiden waardoor ze een langlopende vorm van persoonsgebonden financiering krijgen die hen minder afhankelijk maakt van externe, projectmatige financiering.

Het gaat over een aanzienlijke projectfinanciering voor 7 jaar die mits positieve evaluatie steeds verlengd wordt tot aan het emeritaat.

BOF-besluit

De overheidsbijdrage aan de Bijzondere Onderzoeksfondsen wordt wettelijk geregeld op hoog niveau in het W&I-decreet en meer concreet uitgewerkt in het BOF-besluit.

In 2019 werd dit BOF-besluit voor het laatst grondig gewijzigd na een uitgebreide evaluatie in 2018. Een aantal belangrijke wijzigingen waren bv. de aanpassingen in de wijze van sleutelberekening, de invoering van de interuniversitaire BOF-projecten, rapportering via FRIS, een explicietere nadruk op open science, samenwerking en interdisciplinariteit en een substantiële budgetverhoging (recurrent 35 miljoen euro).

Zoals het BOF-besluit aangeeft zal er in 2023 opnieuw een evaluatie plaatsvinden van dit belangrijk beleidsinstrument. Deze evaluatie kan aanleiding geven tot aanpassingen in de algemene regelgeving en/of de instellingen zelf.

Contact

Voor vragen over het Bijzonder Onderzoeksfonds kunt u terecht bij Peter Viaene (berekening BOF-sleutel) en Els Vermander (inhoudelijk dossierbehandelaar).

Els Vermander
Beleidsmedewerker
Afdeling Onderzoek
Peter Viaene
Beleidsmedewerker
Afdeling Ondernemen en Innoveren