De Vlaamse Regering wil met haar beleidsplan de bio-economie en de "technische knowhow" in de sectoren versterken
De biogebaseerde economie groeide tussen 2014 en 2018 dubbel zo sterk als de algemene Vlaamse economie. Bovendien blijkt de chemische sector, die traditioneel sterk steunt op fossiele grondstoffen, na de voedingsindustrie de tweede grootste afnemer van biomassa.
Dat blijkt uit een monitoringsstudie uitgevoerd door VITO en ILVO in opdracht van ons Departement EWI. (Deze studie kan onderaan deze pagina gedwonload worden.)
De bio-economische sector - het gaat om bedrijven die hernieuwbare grondstoffen of biomassa verwerken tot onder andere voeding en materialen, maar ook halffabricaten - was in 2018 goed voor een toegevoegde waarde van 14,5 miljard euro. Ten opzichte van 2014 - sindsdien houdt het federaal statistiekbureau Statbel regionale statistieken bij - gaat het om een stijging met 19 procent.
De vraag naar biomassa overstijgt het aanbod ruim in Vlaanderen. Het is daarom belangrijk dat bewust wordt gekozen voor welke toepassingen biomassa wordt ingezet, benadrukken de onderzoekers.
Er kan bijvoorbeeld worden ingezet op gesloten materialenkringlopen, zodat 'nieuwe' biomassa zo lang mogelijk mee kan gaan door hergebruik, of op het "cascadeprincipe". Daarbij wordt prioriteit gegeven aan voeding voor mensen, vervolgens aan dierenvoeder en tot slot aan energieproductie.
>> Persbericht: Eerste structuuroverzicht toont performantie van Vlaamse bio-economie