Doel

Het Vlaams Platform voor Europese Programma’s, kortweg “VEP”, werd op 16 juli 2010 boven de doopvont gehouden. Het groepeert de ‘quadruple helix’ (overheid, kennisinstellingen, industrie en het maatschappelijk middenveld) in Vlaanderen in één overkoepelend platform

Doel van het VEP is:

  1. Op gecoördineerde en gebalanceerde manier het behartigen van de belangen van Vlaamse overheids- en andere actoren die (willen) participeren in Europese EWI-gerelateerde subsidieprogramma’s en ondersteunende initiatieven;
  2. Op structurele en transparante manier Vlaamse overheids- en andere actoren betrekken bij de ontwikkeling en uitvoering van Europees EWI-beleid;
  3. Op een informele manier de wederzijdse kennismaking en netwerking tussen (vertegenwoordig(st)ers van) Vlaamse overheids- en andere actoren actief rond Europees EWI-beleid bevorderen.

Het VEP werkt op basis van wederzijds vertrouwen en respect. De leden van het VEP engageren zich tot het onderling tijdig uitwisselen van relevante informatie, in zoverre die niet gebonden is aan vertrouwelijkheidsrestricties. Overleg en inzet gebeurt in een open en constructief-kritische geest.

Concreet neemt het VEP onderstaande taken op zich (zie ook het mandaat-document onderaan deze pagina):

  1. Het optimaal samenwerken met en organiseren van dienstverlening aan belanghebbenden op basis van duidelijke en transparante afspraken tussen de betrokken actoren;
  2. Het realiseren van wederzijdse informatie(ver)delingsprocessen voor zowel snelle, korte updates of reacties als diepergaande discussies en reflecties;
  3. Het onderhouden van goede contacten met vertegenwoordig(st)ers (vooral uit Vlaanderen) van de voornaamste EWI-relevante kanalen, beheersstructuren, instellingen op Europees niveau, en van (een selectie van) Europese lidstaten en landen geassocieerd met de Europese programma’s in het EWI-domein;
  4. Het proactief opvolgen van ontwikkelingen in het Europese EWI-beleid (o.a. via de Permanente Vertegenwoordiging van België bij de Europese Unie en de intraBelgische overlegstructuren);
  5. Het ontwikkelen van initiatieven binnen de eigen organisatie als gevolg van en ter uitvoering of ondersteuning van afspraken gemaakt binnen het VEP;
  6. Het verzorgen van bijdragen resulterend in Vlaamse reflectieteksten, (in)formele standpunten over en prioriteitstelling in het Europese EWI-beleid al dan niet via de Belgische structuren;
  7. Het actief deelnemen in allerlei (in)formele gremia of bijwonen van samenkomsten op Europees niveau (in het bijzonder deze verbonden aan de Europese Commissie en de Europese Raad) als vertegenwoordiger van België dan wel Vlaanderen;
  8. Het opvolgen en periodiek analyseren van de Vlaamse deelname aan de Europese EWI-gerelateerde subsidieprogramma’s en initiatieven;
  9. Het stimuleren van netwerkbevorderende activiteiten of organisatiewijzes ten behoeve van de leden van het VEP;
  10. Het bijdragen tot occasionele VEP-publieksevenementen, maken van informatief materiaal over het VEP en het VEP bekendmaken bij derden;
  11. Het continu streven naar en reflecteren over een optimale verwezenlijking van de doelstellingen.

De opmaak van een uitvoerige reflectienota over een vernieuwde Europese Onderzoeksruimte is een voorbeeld van een Vlaamse standpuntbepaling dat binnen de schoot van het VEP tot stand is gekomen n.a.v. een beleidsdiscussie op Europees niveau om de Europese Onderzoeksruimte vorm te geven voor het volgende (en erna) decennium. 

Het VEP wordt aangestuurd door een stuurgroep. De stuurgroep staat in voor het bepalen van de algemene strategie van het VEP, de organisatie, planning en legitimatie van de werkzaamheden (onder de vorm van een werkplan). De eigenlijke werkzaamheden worden uitgevoerd door werkgroepen die op regelmatige wijze bijeenkomen. Daarnaast kunnen verzendgroepen worden opgezet rond thema’s waarvoor het gebruik van e-mail als communicatiekanaal volstaat.

Deelnemende organisaties

Het VEP is samengesteld uit een stuurgroep en vijf thematische werkgroepen. De Stuurgroep van het VEP zet de algemene strategie van het VEP uit en legitimeert de werkzaamheden van het VEP. De volgende organisaties zijn momenteel lid van de stuurgroep:

  • het Departement Economie Wetenschap en Innovatie (EWI), dat het voorzitterschap en de secretariaatsvoering van de Stuurgroep op zich neemt;
  • het Agentschap Innoveren & Ondernemen (VLAIO);
  • het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek – Vlaanderen (FWO);
  • het Departement Kanselarij en Buitenlandse Zaken (KBUZA);
  • Flanders Investment & Trade (FIT);
  • het Vlaams-Europees verbindingsagentschap (vleva);
  • de Vlaamse Strategische Onderzoekscentra (SOC’s, met name imec, VIB, VITO en Flanders Make), momenteel vertegenwoordigd door imec;
  • de Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR), momenteel vertegenwoordigd door de KU Leuven, als vertegenwoordiger van de Vlaamse universiteiten;
  • de Vlaamse Hogescholenraad (Vlaamse Hogescholenraad), momenteel vertegenwoordigd door de Hogeschool PXL, als vertegenwoordiger van de Vlaamse hogescholen;
  • Voka, Agoria en UNIZO voor het Vlaamse bedrijfsleven;
  • de vereniging van Belgische O&O-bedrijven (BiR&D), momenteel vertegenwoordigd door Nokia;
  • de Verenigde Verenigingen, als vertegenwoordiger van het (maatschappelijk) middenveld in Vlaanderen;
  • de Vlaamse Adviesraad voor Innoveren & Ondernemen (VARIO), als lid met raadgevende stem;
  • de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV), als lid met raadgevende stem.

Vijf thematische werkgroepen

De vijf thematische werkgroepen van het EU-platform volgen vanuit hun eigen invalshoek de Europese EWI-gerelateerde programma’s en initiatieven op. De werkgroepleden wisselen van gedachten over de in te nemen Vlaamse en Belgische standpunten met betrekking tot Europese initiatieven (o.a. de interim-evaluatie Horizon 2020 en het toekomstige negende Kaderprogramma). Verder worden ook nieuwe Vlaamse beleidsinitiatieven rond internationale samenwerking in een vroeg stadium van ontwikkeling afgetoetst met het veld.

De vijf thematische werkgroepen van het EU-platform zijn de volgende:

  1. De werkgroep ter coördinatie en beleidsvoorbereiding i.v.m. communautaire initiatieven voor O&O&I en voor economie, ondernemerschap en concurrentievermogen (WG1) (voorzitter: Peter Spyns, EWI) staat in voor de coördinatie van de (Vlaamse) beleidsvoorbereiding voor en de ondersteuning van de Vlaamse deelname aan de Europese programmawerking. De focus ligt op programma’s en initiatieven die geheel of grotendeels met Europees budget worden gefinancierd, o.a. (en vooral) Horizon Europe, COSME en ESIF en het Europese Defensie- en Actieplan (EDAP); 
  2. De werkgroep ter coördinatie en beleidsvoorbereiding van intra- en extra-Europese internationale samenwerkingsinitiatieven van EU-lidstaten voor O&O&I en voor economie, ondernemerschap en concurrentievermogen (WG2) (voorzitter: Peter Spyns, EWI) focust op Europese initiatieven die beleidsmatige input van Vlaanderen vereisen, (bv. gender, mobiliteit, EURAXESS, open science, etc.) al dan niet in het kader van de Europese Onderzoeksruimte (ERA). Tevens gaat deze werkgroep over de extra-EU internationale samenwerkingsverbanden in Europees en Vlaams (Belgisch) bilateraal verband (voornamelijk via de SFIC en de CIS- INTER overleggroep). Daarnaast focust deze werkgroep op de allocatie van Vlaams budget in Europese samenwerkingsverbanden. Het gaat daarbij om programma’s en initiatieven die voornamelijk met financiering vanwege de lidstaten werken (o.a. in het kader van Gezamenlijke Programmering: JPIs, Horizon Europe partnerschappen, Art. 185- en Art. 187-initiatieven, EIT/KICs, COST, [RI]S3, EUREKA, etc.); 
  3. De werkgroep Infrastructuur (WG3) (voorzitter: Michele Oleo, EWI) focust zich op de Vlaamse deelname aan initiatieven in het kader van het ESFRI en andere Europese initiatieven op het vlak van onderzoeksinfrastructuren (o.a. het programmaonderdeel ‘Europese Onderzoeksinfrastructuren’ van Horizon 2020);
  4. De werkgroep Kennisveiligheid  (WG4) (voorzitter: Peter Spyns, EWI) analyseert de situatie in Vlaanderen rond mogelijke risico’s van ongeoorloofde kennistransfer naar en beïnvloeding door buitenlandse actoren, en zal waar nodig maatregelen en initiatieven voorstellen om internationale samenwerking te blijven ondersteunen in een open geest maar op een “veilige” manier;
  5. De werkgroep Digitalisering (voorzitter Simon Verschaeren, EWI) richt zich op het ondersteunen en versnellen van de digitale transformatie van de Europese economie, industrie en maatschappij. In het bijzonder vormt de werkgroep  de brug tussen Europese beleid, zoals bv. het Digitising European Industry Initiative, de Digital Single Market en het Digital Europe Programme (DEP) met de daaraan gerelateerde comités en anderzijds de relevante Vlaamse actoren en de Vlaamse beleidsplannen rond digitalisering (m.i.v. o.a. artificiële intelligentie, cybersecurity, industrie4.0, high performance computing).

Sinds 2022 werden de WG1 & WG2 definitief samengevoegd tot WG12 die dezelfde thema's behandelt. Dankzij de fusie kan WG12 efficiënter werken en sneller op de evoluerende Europese agenda's inspelen door een hoger vergaderritme.

Peter Spyns
Beleidsadviseur
Afdeling Strategie en Coördinatie
Erwin Dewallef
Adviseur
Afdeling Strategie en Coördinatie

Blijf wekelijks op de hoogte

Wij brengen u wekelijks de laatste weetjes, publicaties en cijfers over economie, wetenschap en innovatie in Vlaanderen in uw mailbox.

Nieuwsgierig naar onze voorbije nieuwsbrieven? Bekijk hier ons archief.