Hoe hard treft de coronacrisis de Vlaamse economie?

Gepubliceerd op 13 april 2020

'Flatten the curve'

Een tijdje geleden stelden we dat beleidsmakers wereldwijd voor het ‘twee-curven probleem’ staan: het afvlakken van zowel de besmettings- als de recessiecurve, via respectievelijk de gezondheids- en de economische politiek. (Zie: Corona crisisaanpak: het wereldwijde ‘twee curven’-beleidsprobleem

‘Flatten the curve’ is vandaag vanuit het oogpunt van volksgezondheid wereldwijd dé prioriteit: het aantal besmettingen zo laag mogelijk houden opdat de gezondheidssystemen niet overbelast zouden worden. Daartoe zetten landen diverse ‘isolatiestrategieën’ in, gaande van zachte tot harde ‘lock downs’.

Het onvermijdelijke neveneffect daarvan is evenwel dat men het economisch leven doet stilvallen. Producenten worden verhinderd te produceren en consumenten te consumeren. Maar er is geen alternatief wil men de verspreiding van het virus tegen gaan.

De ‘lock downs’ in al hun varianten veroorzaken een gelijktijdige en wereldwijd quasi symmetrische aanbod- én vraagschok waardoor de economie noodgedwongen richting recessie wordt geduwd.

En hoe strenger de ‘lock down’- maatregelen en hoe langer ze duren, hoe dieper de recessie. Een recessie die men dan weer probeert af te vlakken met een batterij economische beleidsmaatregelen.

Dat wordt mooi weergegeven door de Zwitsers econoom Richard Baldwin in een artikel dat op 22 maart verscheen op de website voxeu.org:

Beleidsmakers staan voor het zoeken naar een moeilijk evenwicht tussen enerzijds een gezondheidspolitiek die er op gericht is de besmettingscurve af te vlakken en anderzijds een economische politiek die tracht de recessiecurve af te vlakken. Ook economen moeten zich daarvoor op onbekend terrein begeven.

Impact coronacrisis op de Vlaamse economie

In ons land gingen de ‘lock down’ maatregelen in op 18 maart en ze duren zeker nog tot 19 april. Deze week zal naar alle waarschijnlijkheid beslist worden ze nog te verlengen.

De maatregelen hebben een grote impact op onze economie.

Op 8 april 2020 maakten de Nationale Bank van België (NBB) en het Federaal Planbureau bekend dat het reëel bbp van de Belgische economie in 2020 met 8% zou kunnen krimpen. Het overheidstekort zou kunnen uitkomen op ten minste 7,5% bbp en de schuld op ongeveer 115% bbp op het einde van 2020.

Op basis van de hypothese dat de ‘lock down’ maatregelen zouden beperkt blijven tot 7 weken en de acute fase van de crisis dus geconcentreerd blijft tot de eerste helft van 2020, verwachten beide instellingen in 2021 wel een krachtige heropleving van + 8,6% bbp.

Bij een toepassing van de huidige ‘lock down’ maatregelen gedurende 7 weken, wordt uitgegaan van een verlies van een derde van de toegevoegde waarde van de private sector. Over heel 2020 zou het bbp met 8% krimpen, met een kwartaaldaling van om en bij de 4% in het eerste kwartaal en 15% in het tweede kwartaal, gevolgd door een krachtig herstel in de tweede helft van het jaar, een herstel dat evenwel ontoereikend zou zijn om het initiële verlies goed te maken. Het aanhouden van dat herstel zou de groei in 2021 doen opveren (+8,6%).

Beide instellingen benadrukken dat dit scenario met vele onzekerheden is omgeven, waarvan de epidemiologische dynamiek de belangrijkste is. Die zou immers kunnen leiden tot een zowel langduriger als strengere inperking van de economische activiteiten.

Niet alle sectoren even hard getroffen

Bovenvermeld scenario van impact, betreft een impact op de Belgische economie. Er zijn geen regionale impact-analyses beschikbaar. De aandelen van de drie gewesten in de totstandkoming van de bruto toegevoegde waarde in ons land zijn gekend: Vlaanderen staat voor een kleine 60% van de economie, Wallonië voor 23% en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor bijna 18%.

Uit een enquête in opdracht van de Economic Risk Management Group (ERMG) – een groep van experten die in opdracht van de federale regering (met betrokkenheid van de gewestregeringen) de impact van de coronacrisis op de economie monitort - geven ongeveer vier op de tien bevraagde ondernemingen aan dat hun omzet door de coronacrisis met meer dan 75 % is gedaald. Ongeveer 7 000 ondernemingen en zelfstandigen namen deel aan de bevraging.

Uit de gewogen omzetdaling blijken geen grote verschillen tussen de gewesten, als is de daling iets groter in het Vlaams Gewest en in het Brussels Gewest.

Het verschil is groter tussen de bedrijfstakken.

De horeca, de sector van de kunst, amusement en recreatie en de handel ondervinden de grootste impact. Bovendien meldt 50 % van de bevraagde ondernemingen liquiditeitsproblemen. In de zwaarst getroffen sectoren, waaronder de horeca, zien de bevraagde ondernemingen een risico op solvabiliteitsproblemen ontstaan.

Diegene met de sterkste omzetdaling blijven de bedrijfstakken ‘kunst, amusement en recreatie’ (-92 %), de horeca (-83 %) en de handel (-59 %). Binnen die drie bedrijfstakken, die ook in de vorige bevraging al het zwaarst getroffen bleken, haalt een groot deel van de bevraagde ondernemingen (respectievelijk 85 %, 77 % en 56 %) als belangrijkste reden voor die daling het activiteitsverbod door de overheid aan. In de totale steekproef blijft de zwakke vraag de vaakst genoemde reden.

Een op de twee bevraagde ondernemingen kampt met liquiditeitsproblemen. Dat cijfer is vergelijkbaar met dat van de vorige bevraging.

Minder dan een op de tien ondernemingen acht een faillissement waarschijnlijk of heel waarschijnlijk en het zijn vooral de kleine ondernemingen die het risico het hoogst inschatten. De perceptie van het risico op een faillissement verschilt evenwel tussen de bedrijfstakken. Binnen de branches van de horeca en de ‘kunst, amusement en recreatie’, schat bijna een op de vijf bevraagde ondernemingen het risico op een faillissement hoog in, terwijl dat aandeel beduidend kleiner is in de andere bedrijfstakken.

Sectorbeeld van de Vlaamse economie

Juist omdat de coronacrisis de verschillende sectoren van de economie niet op dezelfde wijze treft, is het nuttig om een goed zicht te hebben op die diverse sectoren van de Vlaamse economie.

Om dat beeld te krijgen, hanteren landen de zogenaamde ‘nationale rekeningen’. Die vormen (een internationaal gebruikt) macro-economisch boekhoudsysteem dat het mogelijk maakt een zeer grote hoeveelheid statistische informatie in een coherent kader samen te brengen en er macro-economische aggregaten uit af te leiden. Daardoor krijgt men een beeld van de economie van een land en/of een regio. In dat laatste geval spreken we van ‘regionale rekeningen’.

‘De economie’ van een land wordt traditioneel onderverdeeld in vier sectoren (met bijhorende lettercodes):

  • de primaire sector:
    • landbouw, bosbouw en visserij (A) +
    • winning van delfstoffen (B);
  • de secundaire sector:
    • industrie (C) +
    • nutsbedrijven (D + E) +
    • bouw (F)
  • de tertiaire sector: commerciële dienstverlening (G -> N)
  • en de quartaire sector: niet-commerciële dienstverlening (O -> T).

Binnen deze vier sectoren komt het bruto binnenlands product (bbp) van een land en/of regio tot stand.

Het belang van deze vier sectoren in termen van gecreëerde bruto toegevoegde waarde is af te lezen uit onderstaande tabel. Het betreffen de cijfers voor de Vlaamse economie en het jaar met de laatst beschikbare data, 2018:

In bijlage vindt de geïnteresseerde lezer een door het Departement EWI samengestelde tabel waarin bovenvermelde vier sectoren verder opgesplitst worden en de bedrijfstakken die schuil gaan onder de vier bovenvermelde sectoren worden weergegeven.

Men vindt er het relatieve aandeel van de diverse bedrijfstakken in bruto toegevoegde waarde, aantal werknemers, aantal zelfstandigen, bruto investeringen in activa en tenslotte in- en uitvoer van goederen en diensten.

U kunt het sectorbeeld van de Vlaamse economie hieronder downloaden.

Johan Hanssens
Secretaris-generaal
Staf

Dit kan je ook interesseren

26 april 2024

EU-nieuws deze week | 22 - 26 april 2024

Onder de titel ‘EU-nieuws’ verzamelt het departement EWI voor u relevante items over economie, wetenschap en innovatie uit de EU-nieuwsstroom van de afgelopen week.
25 april 2024

Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie (25 april 2024)

Vraag om uitleg over de toekomst van Audi Brussels en over Flanders' Care, het programma van de Vlaamse overheid voor innovatie in de zorg.
19 april 2024

Beslissingen Vlaamse Regering - Economie, Wetenschap en Innovatie (19 april 2024)

O.a. toekenning steun voor ecologie-uitgaven ondernemingen, wijziging waarborgregeling kleine, middelgrote en grote ondernemingen en samenwerkingsovereenkomst Fonds Wetenschappelijk Onderzoek – Vlaanderen (FWO): herverdelingsbesluit en inwerkingtreding besluit toekenning doctoraatsbeurzen.

Blijf wekelijks op de hoogte

Wij brengen u wekelijks de laatste weetjes, publicaties en cijfers over economie, wetenschap en innovatie in Vlaanderen in uw mailbox.

Nieuwsgierig naar onze voorbije nieuwsbrieven? Bekijk hier ons archief.